Om de kwaliteit van het binnenklimaat te meten, wordt het kooldioxidegehalte (CO2) vaak gebruikt als indicatieve waarde. Maar wat ontdekken we eigenlijk door het CO2-gehalte te meten, en misschien nog belangrijker, wat zijn de elementen die ons ontgaan?
In deze context is CO2 een eenvoudig te communiceren en te meten waarde, die een indicatie geeft van het aantal aanwezige personen in de ruimtes, en vooral een onrechtstreekse indicatie van andere verontreinigende stoffen die door de mens uitgestoten worden en die door ventilatie verwijderd moeten worden. Een CO2-gehalte gelijk aan of groter dan 1000 ppm heeft invloed op onze cognitieve vaardigheden: informatie verwerken en strategische beslissingen nemen zal dan moeizamer verlopen. Nochtans is dit niveau verre van gevaarlijk voor het menselijke lichaam. Veel hogere niveaus zijn wél schadelijk voor onze gezondheid. Zo zal een niveau van ongeveer 30000 ppm hoofdpijn veroorzaken en is het pas vanaf een niveau van 70000 ppm dat er levensgevaar ontstaat.
Een andere luchtkwaliteitswaarde is VOC, de afkorting voor vluchtige organische stoffen oftewel volatile organic compounds. Deze term duidt op de duizenden verschillende stoffen die in onze omgeving aanwezig zijn. Een gewone VOC-sensor voor ventilatiesystemen detecteert de stoffen die van nature door de mens uitgestoten worden, bijvoorbeeld aceton afkomstig van de ademhaling en methaan gevormd bij de spijsvertering. Dit betekent dat de VOC-niveaus gelijktijdig met de CO2-niveaus wijzigen, zodanig dat deze twee waarden gebruikt kunnen worden om de luchtverversing van het ventilatiesysteem aan te passen aan de aanwezigheid in de ruimte.
Een belangrijk verschil is dat de VOC-sensor ook andere onaangename verontreinigende stoffen meet, die uitgestoten worden door voorwerpen en bouwmaterialen, zoals formaldehyde van verf, alcohol en aldehyde van lijm en oplosmiddelen, evenals benzeen en styreen van kopieermachines en computers.
Door het binnenklimaat te regelen op basis van het VOC-niveau, kan het ventilatiesysteem dus harder werken wanneer de bezettingsgraad van de ruimtes toeneemt, net zoals een CO2-regelsysteem. Maar het kan ook stoffen meten die vrijkomen, bijvoorbeeld bij het schoonmaken van de ruimtes, het opnieuw schilderen van de muren of het installeren van een nieuwe zetel. In deze gevallen wordt de CO2-sensor niet geactiveerd en gaat het CO2-geregelde ventilatiesysteem dus niet harder werken om de verontreinigende stoffen te verwijderen. Echter, een VOC-geregeld ventilatiesysteem reageert snel en verwijdert de verontreinigende stoffen uit de ruimte.
Waarom kunnen de VOC dan CO2 niet vervangen als luchtkwaliteitswaarde? Eén van de redenen is dat de VOC-niveaus niet in absolute waarde in ppm gemeten worden zoals CO2, wat het veel moeilijker maakt om de grenswaarden te bepalen. De VOC-meter meet duizenden stoffen, en in plaats van grenswaarden voor al deze stoffen te bepalen, is de VOC-sensor constant gekalibreerd om onderscheid te maken tussen dat wat behoort tot het achtergrondniveau en dat wat afkomstig is van wijzigingen, d.w.z. van de toevoeging van verontreinigende stoffen. Anders gezegd, het is niet zo eenvoudig om absolute grenswaarden voor de VOC te bepalen. Echter, in een modern vraaggestuurd ventilatiesysteem, vormt dit geen probleem, omdat het VOC-niveau simpelweg omgezet wordt in CO2-equivalente waarden.
De vraag luidt dus of we een reglementering moeten opstellen over wat we zouden moeten meten of over wat we meestal meten. Indien we een goed binnenklimaat wensen, vormen de VOC een goede meetwaarde!
WISE, het vraaggestuurde binnenklimaatsysteem van Swegon, biedt een groot gamma van omgevingssensoren aan, waaronder WISE IAQ, beschikbaar in CO2- en VOC-versie.